

Daglicht, cultuur en comfort: hoe regionale ervaringen onze gebouwen vormgeven


Tony Olsson
Partner, ACC Glas och Fasadkonsult AB
Daglicht als sleutel tot welzijn
Weinig elementen beïnvloeden onze beleving van een ruimte zo sterk als daglicht. Natuurlijk licht gaat verder dan visueel comfort – het beïnvloedt ons humeur, verhoogt onze productiviteit en draagt bij aan ons welzijn.
Hoe daglicht in gebouwen wordt toegepast, verschilt per cultuur en klimaat. In het VK zijn grijze luchten en bescheiden raamontwerpen de norm. In Scandinavië daarentegen is daglicht al decennia een essentieel onderdeel van architectuur en stedenbouw. Ook regelgeving speelt in de Nordics een belangrijke rol: voorschriften en naleving bepalen in hoge mate hoe licht, schaduw en temperatuur in gebouwen worden gecontroleerd.
Door naar het noorden te kijken, kan het VK veel leren: daglicht is niet alleen een bron van comfort, maar een fundament voor gezondere, mensgerichte gebouwen.
Architect en dagslichtspecialist Paul Rogers bespreekt samen met collega en technisch expert Tony Olsson (ACC Glas och Fasadkonsult) hoe cultuur, klimaat en regelgeving het gebruik van daglicht in gebouwen sturen – en wat dit betekent voor ontwerp en exploitatie.
Daglicht en ons dagelijks leven
Vraag: Hoe beïnvloedt de beschikbaarheid van daglicht ons dagelijks leven?
Paul Rogers:
“Alle levende wezens reageren op licht. Net als een zonnebloem die de zon volgt, zijn ook mensen afgestemd op het ritme van licht en donker. Onze biologische klok is daar nauw mee verbonden.
Toch verschilt het per locatie hoe mensen dit ervaren. In Canada, waar ik vandaan kom, zijn de winters streng maar vaak zonnig. Dankzij losse bebouwing krijgen mensen binnenshuis nog steeds voldoende daglicht.
In het VK en Scandinavië is dat anders. Veel mensen wonen in appartementen en in het VK zijn grijze luchten een extra factor. In Scandinavië komt daar nog de extreem donkere winter bij. Toen ik daar voor het eerst woonde, was ik verrast door hoe zwak en laag de zon staat. Dat, in combinatie met stedelijke dichtheid, maakt dat daglicht veel bewuster wordt meegenomen in ontwerp.”
Tony Olsson:
“Dat zie je direct terug in het dagelijks leven. Zodra in het voorjaar de eerste zonnestralen doorkomen, zie je mensen massaal naar buiten trekken. Zelfs in de winter zoekt men elk straaltje zonlicht op. We voelen dat licht ons energie geeft en ons welzijn verbetert.”
Daglicht en gebouwontwerp in Scandinavië
Vraag: Hoe heeft de beschikbaarheid van daglicht in Scandinavië het ontwerp beïnvloed?
Paul Rogers:
“In de jaren ’30 tot ’50 lag er in Scandinavië een sterke focus op volksgezondheid. Daglicht en frisse lucht waren essentieel. Gebouwen uit die tijd hebben vaak nog steeds goede daglichtprestaties: ruime opzet, grote ramen, beperkte kamerdiepte.
Vanaf de jaren ’60, toen elektriciteit goedkoper werd, veranderde dat. Kamers werden dieper, ramen kleiner. Tijdens de energiecrisis in de jaren ’70 en ’80 nam dit nog verder toe, met donkere interieurs als gevolg. In de jaren ’90 kwam er een tegenreactie met grotere ramen, maar dat leidde tot oververhitting. Sinds de jaren 2000 is er opnieuw meer focus op energie-efficiëntie en thermisch comfort.
Scandinavië kent dus een voortdurende zoektocht naar balans: voldoende daglicht versus energie en warmtebeheersing.”
Tony Olsson:
“Het gaat niet alleen om raamformaten. Ook oriëntatie en interieurafwerking zijn bepalend. Lichte materialen en kleuren zijn typisch Scandinavisch – allemaal bedoeld om zoveel mogelijk daglicht binnen te brengen. Het is een bewuste keuze die diep in de bouwcultuur zit.”
Maximaal daglicht en duurzaamheid
Vraag: Hoe combineer je maximaal daglicht met duurzaamheid?
Paul Rogers:
“In Scandinavië speelt passieve zonne-energie in de winter een beperkte rol. De dagen zijn kort en de zon staat laag. Belangrijker is om gebouwen goed geïsoleerd en luchtdicht te maken, zodat er ruimte is voor grotere ramen zonder energieverlies.
Tegelijk moeten we bescherming bieden tegen oververhitting. Dat klinkt misschien vreemd, maar juist in Scandinavië zijn de zonbelastingen hoog. De lage zon schijnt direct op ramen, waardoor er veel energie binnenkomt.
Vaste zonwering werkt dan niet goed, omdat die het daglicht ook in de winter wegneemt. De oplossing is dynamische zonwering: grote ramen voor daglicht in de donkere maanden, gecombineerd met regelbare zonwering die in de zomer oververhitting voorkomt.”
Tony Olsson:
“Daar ben ik het mee eens. Dynamische zonwering is hier de meest effectieve oplossing – en dan liefst gemotoriseerd en geautomatiseerd. Met slimme besturing kan het systeem rekening houden met zonpositie en lichtinval.
Het is ook belangrijk dat gebruikers controle ervaren. Daarom moet tijdelijke bediening altijd mogelijk zijn. Een goed ontworpen systeem zorgt niet alleen voor comfort en energiebesparing, maar kan zelfs dienen als extra isolatie in de winter. Belangrijk is wel dat zonwering al in de ontwerpfase wordt meegenomen. Doe je dat pas later, dan mis je veel voordelen.”
Regelgeving en planning
Vraag: Hoe belangrijk zijn regelgeving en planning voor daglicht en zonwering?
Paul Rogers:
“Regelgeving is cruciaal. Zonder wettelijke eisen krijgt daglicht in veel projecten onvoldoende aandacht. In Scandinavië bestaan al meer dan 50 jaar voorschriften voor daglicht. In Zweden worden die het strengst gehandhaafd, maar ook in Noorwegen en Denemarken zijn ze stevig verankerd.
In het VK ligt dat anders. Daar wordt daglicht vaak gezien als aanbeveling, niet als harde eis. Alleen het zogeheten ‘right to light’ beschermt bestaande gebouwen, maar voor nieuwbouw ontbreken vaak minimumnormen. Daardoor heeft verdichting in steden grote impact op daglichtkwaliteit.”
Tony Olsson:
“Ook zonwering valt in Scandinavië onder de regelgeving. Strenge energienormen maken het noodzakelijk om elk hulpmiddel te gebruiken. Automatische zonwering wordt vaak al in het ontwerp geïntegreerd.
Daarnaast zijn er nieuwe regels om oververhitting te voorkomen. In Zweden mag de binnentemperatuur bijvoorbeeld maar beperkt boven de 26°C uitkomen. Dat legt extra verantwoordelijkheid bij gebouweigenaren en zorgt voor meer interesse in retrofit met dynamische zonwering.
Regelgeving benadrukt steeds meer de rol van besturing: zonwering moet bijdragen aan een gezond binnenklimaat, niet alleen reageren op zonlicht.”
Wat kunnen Scandinavië en het VK van elkaar leren?
Vraag: Welke lessen kunnen we trekken uit beide regio’s?
Paul Rogers:
“In Scandinavië zou een juridisch kader zoals het Britse right to light helpen bij conflicten tussen bestaande en nieuwe gebouwen.
Omgekeerd kan het VK leren van de Scandinavische minimumnormen voor daglicht in nieuwbouw. Meer glas klinkt logisch, maar zonder isolatie en zonwering leidt dit tot hogere energiekosten en risico op oververhitting.
In beide regio’s geldt: de toekomst vraagt om balans tussen daglicht en thermisch comfort. Dynamische zonwering is daarbij een sleuteloplossing.”
Tony Olsson:
“In Scandinavië is duurzaamheid inmiddels vanzelfsprekend. Gebouwen moeten zowel milieuvriendelijk zijn als aantrekkelijk en comfortabel. Goed ontworpen zonwering en slimme besturing spelen daarin een belangrijke rol – en de bewustwording hierover groeit snel.”
Conclusie
De inzichten van Paul Rogers en Tony Olsson laten een duidelijke trend zien: gebouwen van de toekomst vragen om intelligente systemen – dynamische zonwering, geautomatiseerde besturing en geïntegreerd ontwerp.
Zonwering moet niet als toevoeging achteraf worden gezien, maar als een vast onderdeel van architectuur. Met de juiste aanpak kunnen we gebouwen creëren die energiezuinig, comfortabel en afgestemd zijn op de behoeften van hun gebruikers.
In een tijd van klimaatverandering en stedelijke verdichting is dat geen luxe, maar noodzaak.