

Slimme gebouwen: onderschatten we de kracht van dynamische daglichtregeling?

We spraken met Ben Vowles, een specialist in duurzame slimme zonwering voor utiliteitsgebouwen, over de uitdagingen bij het toepassen van slimme zonweringsoplossingen en waarom het Verenigd Koninkrijk terughoudend lijkt te zijn om het voorbeeld van de rest van Europa te volgen.
Met meer dan tien jaar ervaring in energie-efficiënte systemen is Ben een voorstander van innovatieve oplossingen zoals dynamische zonwering (DSS) in moderne gebouwontwerpen. De term DSS komt van het Engelse 'Dynamic Solar Shading'.
Ben, wat bracht je ertoe om je te specialiseren in DSS?
Ben: Mijn reis met DSS begon ongeveer zeven jaar geleden, toen ik werkte aan een groot kantoortorenproject in Europa. We hadden te maken met oververhitting in gebouwen met veel glas, terwijl we tegelijkertijd ambitieuze energie-efficiëntiedoelen wilden halen. Dat project bracht me in de wereld van dynamische zonwering, en het veranderde mijn kijk op gebouwsystemen compleet. Ik zag hoe een relatief eenvoudige geautomatiseerde oplossing de koelbelasting drastisch kon verlagen én het comfort voor gebruikers kon verbeteren. Sindsdien ben ik gepassioneerd over het laten zien hoe DSS niet alleen gebouwen transformeert, maar ook hoe we tegen daglicht aankijken.
Waarom is DSS op dit moment relevanter dan ooit?
Ben: De urgentie is nog nooit zo groot geweest. Klimaatverandering dwingt ons om na te denken over hoe we gebouwen ontwerpen en exploiteren. De gebouwde omgeving is verantwoordelijk voor ongeveer 40% van het wereldwijde energieverbruik, en de vraag naar koeling zal naar verwachting verdrievoudigen tegen 2050. Traditionele systemen zijn simpelweg niet toereikend. DSS pakt meerdere pijnpunten tegelijk aan: het vermindert het energieverbruik van HVAC-systemen, verhoogt het comfort en beschermt interieurs tegen UV-schade. En dat terwijl daglicht optimaal benut wordt. Dit is geen luxe, maar een absolute noodzaak in de strijd tegen stijgende temperaturen en energiekosten.
Europa versus het Verenigd Koninkrijk: waarom loopt de UK achter?
Ben: Dat is een vraag die ik mezelf vaak heb gesteld. In Europa zijn actieve gevels met dynamische zonwering inmiddels de norm in moderne gebouwen. Regelgeving, zoals de EU-richtlijn die voorschrijft dat gebouwen tegen 2025 moeten zijn uitgerust met Building Automation and Control Systems (BACS), versnelt deze ontwikkeling.
Het Verenigd Koninkrijk daarentegen loopt achter. Er heerst nog steeds het idee dat zonwering slechts een esthetische toevoeging is of dat de investering te hoog is. Daarnaast is er een sterke afhankelijkheid van handmatige systemen, ondanks de beperkingen. De uitdaging is om het gesprek te verschuiven en te laten zien dat DSS niet alleen bijdraagt aan comfort, maar ook de CO₂-uitstoot vermindert en de waarde van gebouwen verhoogt.
Wat maakt DSS zo anders dan traditionele handmatige systemen?
Ben: DSS is proactief, niet reactief. Bij handmatige systemen vertrouwen we op gebruikers om de zonwering aan te passen— jaloezieën naar beneden halen bij fel zonlicht, omhoog doen als het bewolkt is, enzovoort. Maar laten we eerlijk zijn: dat gebeurt nauwelijks.
DSS automatiseert deze beslissingen in real-time en past zich aan op basis van zonlicht, temperatuur en bezettingsgraad. Hierdoor wordt de energieprestatie geoptimaliseerd en blijft de binnenomgeving comfortabel zonder dat gebruikers eraan hoeven te denken. Het gaat om het vinden van de perfecte balans tussen energie-efficiëntie en visueel en thermisch comfort.
Daarnaast wordt vaak vergeten dat DSS ook in de winter gunstig is. Het helpt warmteverlies door ramen te verminderen, wat betekent dat een dynamisch systeem, dat zich aanpast aan seizoensgebonden uitdagingen, cruciaal is.
Het lijkt erop dat DSS duidelijke voordelen heeft op het gebied van energie en comfort. Wat betreft financiële afwegingen: is DSS de investering waard?
Ben: Dit is een vraag die ik vaak krijg, en het is een terechte zorg. Ja, DSS vraagt een hogere initiële investering dan handmatige systemen, maar de operationele besparingen en extra voordelen wegen ruimschoots op tegen de kosten.
Bijvoorbeeld: vermindering van HVAC-belasting kan de koelvraag met wel 60% verlagen. Daarnaast verlengt DSS de levensduur van HVAC-systemen, beschermt het interieurs tegen UV-schade en draagt het bij aan certificeringen zoals WELL, LEED en NABERS. Dergelijke certificeringen verhogen de aantrekkelijkheid van een gebouw voor huurders, wat direct invloed heeft op de verhuurbaarheid.
Met tools zoals PRISM kunnen we de CAPEX vs. OPEX vergelijken, en dan wordt de terugverdientijd van DSS heel inzichtelijk.
Kun je een voorbeeld uit de praktijk delen waar DSS een grote impact heeft gehad?
Ben: Een van mijn favoriete projecten was Queen Mary University’s Blizard Building in Londen. We integreerden DSS met het verlichtingssysteem in de gangen, en de resultaten waren verbluffend: een 90% reductie in energieverbruik voor verlichting en een aanzienlijke verbetering van het comfort voor gebruikers. Het ging niet alleen om energiebesparing; het veranderde hoe de ruimte werd gebruikt.
Een ander project was een multitenant kantoortoren, waar we het energieverbruik voor koeling van huurders met DSS vergeleken met die van huurders zonder DSS. De DSS-gebruikers verlaagden hun koelvraag met 15.000 kWh per jaar. Dat is het soort tastbare, meetbare impact waar we over praten.
Dat zijn indrukwekkende resultaten. En als we het hebben over integratie; hoe werkt DSS samen met andere gebouwsystemen?
Ben: De integratie met andere gebouwsystemen is waar DSS écht uitblinkt. Zie het als een onderdeel van een ecosysteem. Wanneer zonwering, HVAC, verlichting en BMS samenwerken, zijn de resultaten exponentieel beter.
DSS verlaagt bijvoorbeeld de koelbelasting, waardoor HVAC-systemen efficiënter kunnen werken. Tegelijkertijd optimaliseert het de daglichttoetreding, wat de behoefte aan kunstmatige verlichting vermindert.
Deze systemen communiceren met elkaar, waardoor een slimme, aanpasbare omgeving ontstaat waarin energieprestaties en gebruikerscomfort hand in hand gaan. Het gaat niet alleen om energiebesparing, maar om gebouwen die slimmer en toekomstbestendig zijn.
Wat belemmert de brede adoptie van DSS dan eigenlijk?
Ben: Ik denk dat er twee belangrijke factoren zijn: misverstanden en passiviteit. Veel stakeholders denken dat DSS ingewikkeld is of alleen geschikt is voor luxe projecten, wat simpelweg niet klopt. DSS is veelzijdig en werkt net zo goed in kleinere gebouwen als in wolkenkrabbers.
Daarnaast heerst er nog steeds een kortetermijnmentaliteit bij veel beslissers, waarbij de nadruk ligt op directe besparingen in plaats van de langetermijnwaarde. We moeten de mindset veranderen door data-gedreven ROI-modellen en succesverhalen te presenteren. Tools zoals PRISM en post-occupancy evaluaties spelen hierbij een cruciale rol.
Tot slot, wat is jouw advies voor wie DSS wil implementeren?
Ben: Begin het gesprek vroeg. DSS werkt het beste wanneer het al in de ontwerpfase wordt geïntegreerd, en niet als een toevoeging achteraf. Gebruik tools zoals PRISM om verschillende scenario’s te modelleren en zowel de energiebesparingen als de voordelen voor gebruikers te presenteren.
En onderschat niet de kracht van data. Case studies, gebruikersevaluaties en echte voorbeelden zijn overtuigende argumenten.
Adviseurs en ingenieurs spelen een sleutelrol in deze transitie. Door DSS te promoten, dragen zij niet alleen bij aan betere gebouwen, maar ook aan een duurzamere toekomst.
Bedankt voor het delen van jullie inzichten en ervaringen. Het is duidelijk dat DSS een enorm potentieel heeft om het ontwerp van commerciële gebouwen te veranderen. Heb je nog laatste gedachte om te delen?
Ben: De tijd om te handelen is nu. Met stijgende temperaturen, groeiende energiebehoeften en de overgang naar net-zero gebouwen, kunnen we het ons niet veroorloven om vast te houden aan verouderde methoden.
DSS is meer dan een technologie; het is een verandering in denken. Door DSS te omarmen, kunnen we gebouwen creëren die beter functioneren voor mensen én het milieu. Samen kunnen we de weg vrijmaken voor een lichtere, duurzamere toekomst.